KOLEN (witte, rode, ….)
Het zijn dus kruisbestuivers.
Om een goede bestuiving te verzekeren kan je dus het best meerdere planten naast elkaar telen en best geen andere kolen in de omgeving.
Kolen zijn tweejarige planten:
Het 1ste jaar vormt de plant een krop. Die moet overwinteren om het volgende jaar te bloeien.
Het 2de jaar bloeien de planten en vormen zich de hauwtjes. De centrale bloeistengel ( 2m) levert de beste zaden. Om deze nog sterker te maken kan je zwakkere zijstengels verwijderen. Het zaad van de kool is rijp als de hauwen beige kleuren. Zodra ze rijp zijn springen ze gemakkelijk open en verspreiden zo hun zaad.
Van radijsjes kun je makkelijk zaden oogsten.
De doorgeschoten planten worden ruim >1m hoog en vrij breed, ze bloeien prachtig met wit tot paarse bloempjes (afhankelijk van het ras). Ze kruisen heel gemakkelijk met andere rassen. Dat is niet erg want de uitkomst kan een heel mooie mix van kleuren en vormen zijn. Op de foto zie je links de bloemen van radijs, in het midden de dan nog onrijpe peultjes, ze moeten bruin en dor worden voor je er de zaden uit kunt oogsten.